Heemskerk tevreden over actieplan open standaarden

"De plannen van het Kabinet rond open source software en open standaarden zijn goed bekend bij de ICT'ers van het Rijk. Hiermee is de uitgangspositie van de Rijksoverheid om meer met open standaarden en open source software te gaan werken goed." Dat concludeert staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken uit een onderzoek van het programmabureau NOiV.

Het programmabureau heeft tot taak het gebruik van open standaarden en open-sourcesoftware te promoten. Het is opgericht in het kader van het Actieplan Nederland Open in Verbinding, dat in het najaar van 2007 gelanceerd werd. Eerder bleek – uit onderzoek van MarketCap – dat dat actieplan een jaar na de lancering bij driekwart van de overheidsmanagers niet bekend was.

Bij IT’ers is de score echter een stuk beter, concludeert het programmabureau nu in de Nulmeting NoIV, waarvoor IT’ers met functies als hoofd, coördinator, beleidsmedewerker en adviseur bij de overheid en onderwijsinstellingen zijn bevraagd.

Gemiddeld kent 48 procent van de ondervraagden het programma Nederland Open in Verbinding. Dat percentage wordt echter gedrukt door geringe bekendheid in het onderwijs: slechts 15 procent weet daar wat NoIV betekent. Bij ministeries, provincies, gemeenten en waterschappen heeft 64 procent ervan gehoord. Bijna 80 procent van de personen die het actieplan kennen, heeft bovendien een idee wat dit plan voor zijn organisatie betekent.

Het draagvlak voor het actieplan blijkt groot. De doelstellingen vergroten van interoperabiliteit en verminderen van leveranciersafhankelijkheid hebben de instemming van bijna alle respondenten bij de overheid en 90 procent van de respondenten in het onderwijs.

De gekozen methoden zijn goed voor iets meer discussie: toepassen van open standaarden heeft de instemming van 89 procent van de overheidsrespondenten en 71 procent van de respondenten in het onderwijs. Bij gebruik van open-sourcesoftware dalen die percentages tot 74 respectievelijk 59.

Dat laatste heeft wellicht ook te maken met het oordeel over kwaliteit en betrouwbaarheid van open-sourcesoftware. In het algemeen is men daar niet echt positief over. Alleen bij software voor het web oordeelt 50 procent daar positief of zeer positief over. Bij infrastructuursoftware daalt dat percentage tot 40 procent. Open-sourcetoepassingen voor beheer worden door 32 procent van de respondenten gewaardeerd, terwijl 29 procent positief tot zeer positief oordeelt over open source voor de desktop.

Overigens valt op dat de respons met gemiddeld 31 procent vrij laag is. Voor een doorsnee onderzoek zullen onderzoekers met zo’n score hun handjes dichtknijpen. Maar bij een onderzoek naar een onderwerp dat door het ministerie van Economische Zaken tot speerpunt is gemaakt, zou je toch wat meer medewerking van de IT’ers verwachten.