Open Source kan Europa weer op de wereldkaart zetten

Het grote aantal open-sourceontwikkelaars in Europa biedt het continent een kans om zijn IT-concurrentiepositie ten opzichte van de VS te verbeteren en alsnog een kenniseconomie te worden. Dat concludeert de Europese Commissie uit een onderzoek.

In het rapport over FLOSS (Free/Libre Open Source Software) wordt onder andere geconstateerd dat het aantal open-sourceontwikkelaars in Europa relatief hoog is.

Gezien Europa’s historische achterstand op de VS in het vermogen om bloeiende softwarebedrijven op te zetten, zou het verder investeren in FLOSS-ontwikkelingen die sector juist goed doen. Een verdubbeling van de investeringen die met open-sourcesoftware te maken hebben – nu 22 miljard in Europa, vergeleken met 36 miljard in de VS – zou het bruto binnenlands product (BBP) van Europa met 0,1 procent doen stijgen. En dat is dan nog afgezien van de voordelen voor de IT-sector zelf, aldus het rapport.

Uit het door UNU-MERIT uitgevoerde onderzoek blijkt dat 63 procent van alle open-sourceontwikkelaars in één van de landen van de Europese Unie wonen, terwijl slechts 20 procent uit de VS of Canada komen. Gekeken naar de actieve deelnemers op SourceForge, de site waar de meeste belangrijke open-sourceprojecten beheerd worden, is het verschil iets minder groot, maar blijft Europa duidelijk de overhand houden. Dat potentieel moet kunnen worden omgezet in het opzetten van bedrijven die open-sourcegerelateerd zijn, stelt het rapport. (Freek Blankena)